Eerder deze week kreeg ik de kans om voor een flinke 100 aanwezigen te spreken over mijn eigen zaak als mijn carrièreplan B. Ik moest er even over nadenken toen ik die vraag kreeg. Was mijn zaak plan B? Of was dat eigenlijk plan A en al het voorgaande plan B? 

Mijn carrière voor ik mijn eigen zaak startte, was een beetje een bochtenparcours. Ik moet klanten vaak geruststellen dat dat niet zo abnormaal is en dat ook ik nooit écht oprecht gelukkig ben geweest in de jobs die ik deed. Dat ik veel fundamentele vragen had. Over de zin van mijn werk, het nut, het volhouden tot ik oud zou worden, en als ik dat zou halen of ik geen spijt zou krijgen dat ik mijn leven had vergooid. Toen ik in 2008 voor een tweede keer in een burn-out belandde, moest ik echt iets gaan doen. Ik speelde al even met het idee om eigen baas te worden. Maar had eerlijk gezegd geeeeen idee hoe dat werkte. Dus ik volgde ik wat opleidingen, broedde op mijn plannen, in zoverre mijn opgebrand hoofd en lijf en mijn toen zeer laag zelfvertrouwen dat toeliet. Tot in mei 2009 de nodige ‘kick in the but’ kwam. Er werd geherstructureerd en ik had geen functie meer. Ik mocht wel blijven, maar mijn werkgever zag niet meteen waar mijn toegevoegde waarde zou kunnen liggen. Voor iemand die zich al stevig wat vragen stelde over de nuttigheid van mijn bestaan, was dit wel het kersje op de taart. Ik belde mijn man en zei: “ ’t is maar dat ge ’t weet, maar ik geef seffens mijn ontslag.” Die avond reed ik voor het eerst naar huis met een grooote smile op mijn gezicht. 

Mijn leercurve was nooit zo steil. Ik was zoekend, zoals de meeste starters, en achteraf gezien niet zo goed voorbereid. Een les die ik meeneem naar alle mensen die ik begeleid die met startersplannen spelen. Het ging goed de eerste jaren. Ik deed nog altijd niet helemaal wat ik het liefst deed, coachen en trainen, maar ik kon mijn boterham verdienen. Tot ik in 2012 ineens zonder werk zat. Een leeg orderboek. Geen klanten. Geen inkomsten. Een bankrekening die naar 0 ging. Paniek. Toen ik startte, beloofde ik mijn gezin en mezelf dat, als het nodig was, als ik er niet in zou slagen om een inkomen te verwerven, ik terug een job zou zoeken. En toen was het zover. Ik ging plichtsbewust surfen op jobsites, verkende HR functies. Er zaten zelfs hele mooie bij waar ik zelfs kans op zou maken. En hoe meer ik die verkende, hoe meer ik zeker wist dat dit NIET mijn plan B was. Het was het recept voor burn-out nummer 3. Na wat janken besloot ik dat ik een ander plan B moest hebben: alles op alles zetten. Ik liet me begeleiden door een sales en branding coach, pakte alles aan wat ik maar kon brengen van opleidingsthema’s waar ik me in inlas en al mijn ervaring bij elkaar schraapte. En werkte hard. Heel hard. 

Het heeft gewerkt. Na 7,5 jaar op eigen benen, kan ik de dingen doen die ik graag doe en waar ik goed in ben. En ik doe dat met een team van hele fijne mensen samen. Onze klanten zijn blij met wat ik doe. En ik kan ervan leven. Nog belangrijker: het is combineerbaar met wat heel belangrijk is voor mij, mijn gezin, het leven, de flexibiliteit die ik nodig heb om op mijn best te zijn. Heb ik dan geen plan B meer? Oh jawel ? Ik heb nog een plan C, D,…Z ook. Niet dat ze allemaal uitvoerbaar zijn, en al zeker niet zomaar meteen. En niet dat ik ze nu nodig heb. Maar het geeft me wel zuurstof als ik eens een mindere dag heb (jaja, die heb ik ook), om te weten dat er nog veel meer mogelijk is. Dat haalt de druk eraf. Het geeft me rust. 

Een van mijn mentoren, Ali Brown, zei ooi: “Real job security is knowing that, if you would lose everything you currently have, you can do it again. And again. And again.” Voor mij heeft iedereen recht op een plan B. Daarom schreef ik ook mijn boek. Omdat een plan B hebben je minder afhankelijk maakt van wat nu plan A is en je nooit kan voorspellen wat de toekomst brengt. 

En jij, heb jij een plan B? Laat het ons weten. En als je er liever toch eentje wil, kom langs

Pin It on Pinterest

Share This